, [], Who incited David to count the men, God or Satan?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de toorn des HEEREN [1]voer voort te ontsteken tegen Israel; en [2]Hij porde David aan [3]tegen henlieden, [4]zeggende: Ga, tel Israel en Juda. 1. Dit schijnt te zien op den voorgemelden driejarigen honger, waarvan boven, hfdst.21 vs.1, enz. 2. Te weten, de Heere. Niet dat Hij zulks zou hebben ingegeven, maar omdat Hij, naar zijn rechtvaardig oordeel, door zijn verborgen regering, den satan zulks heeft willen toelaten, en hem gebruiken tot een verdiende straf der Israelieten, en tot kastijding en vernedering van David; uit vergelijking van 1 Kron.21:1, waar deze historie wordt wederhaald. 3. Te weten, tegen de Israelieten; dat is, tot straf der Israelieten. Anders, onder henlieden. 4. Zie boven, hfdst.16 vs.10, en vergelijk 1 Sam.26:19, en 1 Kon.22:22.